Verjaring wordt sneller aangenomen na arrest Hoge Raad

Geschreven door Thijs Liebregts
8 juli 2019

Bezit gedurende 20 jaar is niet vereist om tot voltooiing van de bevrijdende verjaringstermijn te komen. Vóór de periode van bezit kan namelijk ook sprake zijn van een onrechtmatige situatie. Als deze onrechtmatige situatie overgaat in bezit kan deze periode onder omstandigheden bij de verjaringstermijn worden opgeteld. Zo kon het gebeuren dat een beroep op verjaring door de Hoge Raad werd gehonoreerd, terwijl hooguit sprake kon zijn van 18 jaar bezit.

Houderschap geen automatisme

Bijzonder aan het arrest is onder meer dat de Hoge Raad oordeelt dat de periode voor het bezit weliswaar niet aan de vereisten van bezit werd voldaan, maar dat evenmin sprake was van houderschap. Hierdoor kon het gebruik in de voorafgaande periode wel als onrechtmatig worden beoordeeld en kan artikel 3:314 lid 2 BW worden toegepast.

Interversieverbod omzeild

Voordat aan de vereisten van bezit werd voldaan, werd de grond al door de latere bezitter gebruikt. Doordat de Hoge Raad dit gebruik niet als houderschap ziet, geldt het interversieverbod niet.

 

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact