In 2017 oordeelde de Hoge Raad in het inmiddels befaamde arrest Gemeente Heusden/Verweerders dat degene die grond verliest door verjaring, schadevergoeding kan vorderen van de persoon die door verjaring eigenaar is geworden van zijn grond. Deze schadevergoedingsvordering is al verschillende keren toegewezen door lagere rechters. Deze vordering wordt ook in veel gevallen afgewezen. In dit artikel wordt toegelicht wie met succes schadevergoeding kan vorderen. Ook van wie schadevergoeding kan worden gevorderd en tot welk moment dit mogelijk is. Welke schadevergoeding precies gevorderd kan worden bespreek ik in een ander artikel.
Onrechtmatige daad moet je onderbouwen
Kun je na het verlies van eigendom schadevergoeding krijgen door simpelweg te verwijzen naar het arrest van de Hoge Raad? Nee, oordeelde de Rechtbank Noord-Holland. De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest: “Een persoon die een zaak in bezit neemt en houdt, wetende dat een ander daarvan eigenaar is, handelt tegenover die eigenaar immers onrechtmatig”. De grondslag van de schadevergoedingsvordering is dus een onrechtmatige daad. Degene die de vordering instelt moet dus onderbouwen waarom hij recht heeft op schadevergoeding en dat de ander, bijvoorbeeld een buurman, een onrechtmatige daad heeft gepleegd.
Oorspronkelijke eigenaar
Uit de wet volgt dat degene die schade heeft geleden door een onrechtmatige daad schadevergoeding kan vorderen. In verjaringsgeschillen bestaat de schade uit het verliezen van eigendom, zoals een strook grond. Het moment dat de schade intreedt is dus het moment dat iemand van rechtswege eigenaar wordt van andermans perceel door verjaring omdat hij bezitter is. Degene die op dat moment eigendom verliest door verjaring is in beginsel dan ook de enige partij die schadevergoeding kan vorderen.
Een voorbeeld ter verduidelijking. A verkrijgt door verjaring een strook grond van B (de bestolene). Na de grondstrook door verjaring te hebben verloren verkoopt B zijn perceel aan C. C kan geen schadevergoeding vorderen van A. A heeft namelijk nooit eigendom in bezit genomen van C en dus ook geen onrechtmatige daad gepleegd jegens C. In dit geval is B de oorspronkelijke bestolene. B zou nog wel een schadevergoeding in geld kunnen vorderen van A (schadevergoeding in natura is na de verkoop van het perceel niet meer passend).
Eigendomsverkrijger door verjaring
Alleen de bestolene kan dus schadevergoeding vorderen. Maar van wie precies? Als er door de jaren heen maar één buurman bezitter is geweest, dan is deze vraag niet zo ingewikkeld. Maar hoe zit het als er verschillende eigenaren bezitter zijn geweest van de betreffende grondstrook? In dat geval wordt er een onderscheid gemaakt tussen de situatie dat de ‘bezitswissel’ plaatsvindt tijdens de verjaringstermijn en na de voltooide verjaringstermijn.
Als er een bezitswissel plaatsvindt na voltooiing van de verjaringstermijn (er heeft dus al eigendomsverkrijging- of verlies door verjaring plaatsgevonden) dan heeft de eigendomsverkrijger zijn perceel – inclusief de door verjaring verkregen grondstrook – doorverkocht aan een derde. Deze derde heeft de grondstrook dus geleverd gekregen en pleegt zelf geen onrechtmatige daad jegens de bestolene. Om deze reden oordeelde de Rechtbank Rotterdam dat geen succesvolle schadevergoeding mogelijk is tegen degene die de grondstrook verkreeg ná voltooiing van de toepasselijke verjaringstermijn.
Opvolgende bezitters
Als er een bezitswissel plaatsvindt tijdens de verjaringstermijn, dan heeft niet één persoon andermans grond voor de volle 20 jaar in bezit gehad. Stel dat buurman 1 andermans grondstrook gedurende tien jaar in bezit neemt. Vervolgens koopt buurman 2 dat perceel van buurman 1 en heeft het ook tien jaar in bezit. Na deze 20 jaar verkrijgt buurman 2 de grond door verjaring. Buurman 2 kan mogelijk worden aangesproken indien hij bewust het bezit van andermans grond voortzette. Hierover bestaat echter nog geen definitieve duidelijkheid in de rechtspraak.
Indien buurman 2 zich niet bewust is van het voortzetten van het bezit dan is er geen sprake van een onrechtmatige daad. Van buurman 2 kan dan geen schade worden gevorderd. De Rechtbank Oost-Brabant oordeelde dat degene die niet wist dat hij andermans grond in bezit hield geen onrechtmatige daad pleegt, maar slechts een onrechtmatige toestand in stand houdt. Een opvolging van bezit tijdens een lopende verjaringstermijn betekent dus dat schadevergoeding meestal niet wordt toegewezen.
Kortom, de vordering werkt alleen tegen degene die bewust andermans eigendom bezit. Bij een tussentijdse bezitswissel is daarvan vaak geen sprake.
Verjaring van de schadevergoedingsvordering
Houd er bovendien rekening mee dat de schadevergoedingsvordering in natura of in geld zelf ook kan verjaren. Op de vordering is een verjaringstermijn van 5 jaar of van 20 jaar van toepassing. Als de bestolene bekend is met zijn eigendomsverlies dan heeft hij vanaf dat moment nog 5 jaar de tijd om een schadevergoedingsvordering in te stellen. Dit is bekend als de verkrijger bijvoorbeeld een brief stuurt met de mededeling dat hij naar de notaris wil voor de inschrijving van de verjaring. De vordering is in ieder geval verjaard als er twintig jaren verstreken zijn sinds het verlies van eigendom door verjaring.
Conclusie
Een vordering tot schadevergoeding is niet vaak met succes in te stellen. In dit artikel zijn enkele haken en ogen beschreven, maar er zijn nog meer obstakels te nemen. Voor advies over de mogelijkheden kunt u altijd contact met mij opnemen (06 2356 3751).